Albertina is een gevierde danseres wiens bekendheid wijdverbreid is. Ze heeft echter haar krachten overbelast, mag niet in het openbaar verschijnen en is verplicht rust en rust te zoeken. Ze trekt zich terug in het huis van haar tante Mary, een prachtige en rustgevende plek op het platteland, waar ze de broodnodige afzondering en comfort veiligstelt. Naast tante Mary woont een heel knappe kerel die vaak de nicht van tante Mary heeft bewonderd en om de waarheid te zeggen bewondert ze hem. Albertina wordt rusteloos onder de gedwongen pensionering en wandelt naar het meer waar de waterlelies groeien. Ze trekt er een aantal in een slinger, die ze betoverend boven haar hoofd houdt. Ze geven haar een inspiratie en onwillekeurig maakt ze pirouettes, buigt en draait haar lenige en slanke vorm als een nimf van etherische zoetheid. De jongeman die ernaast woont, roeit op het meer; Hij ziet Albertina dansen op het fluweelzachte grasveld, is gecharmeerd van haar en rent naar haar toe.